inhaken

inhaken
{{inhaken}}{{/term}}
[+ op][aanknopen bij] enchaîner (à)
[de arm steken door andermans arm] donner le bras (à qn.)
voorbeelden:
1   de spreker haakte in op wat er was beweerd l'orateur réagit à ce qui venait d'être dit
     inhaken op een mode prendre le train d'une vogue

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Поможем написать реферат

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”